Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vervliegen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vervlogen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vervlieg
jij vervliegt
hij vervliegt
wij vervliegen
jullie vervliegen
zij vervliegen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vervlogen
jij hebt vervlogen
hij heeft vervlogen
wij hebben vervlogen
jullie hebben vervlogen
zij hebben vervlogen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vervloog
jij vervloog
hij vervloog
wij vervlogen
jullie vervlogen
zij vervlogen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vervlogen
jij had vervlogen
hij had vervlogen
wij hadden vervlogen
jullie hadden vervlogen
zij hadden vervlogen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vervliegen
jij zult vervliegen
hij zal vervliegen
wij zullen vervliegen
jullie zullen vervliegen
zij zullen vervliegen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vervlogen hebben
jij zult vervlogen hebben
hij zal vervlogen hebben
wij zullen vervlogen hebben
jullie zullen vervlogen hebben
zij zullen vervlogen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vervliegen
jij zou vervliegen
hij zou vervliegen
wij zouden vervliegen
jullie zouden vervliegen
zij zouden vervliegen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vervlogen hebben
jij zou vervlogen hebben
hij zou vervlogen hebben
wij zouden vervlogen hebben
jullie zouden vervlogen hebben
zij zouden vervlogen hebben

Gebiedende wijs
vervlieg

Aanvoegende wijs
vervliege

Voorbeelden

  1. De bubbels vervliegen.
    They let the bubbles out.
  2. Hoe de jaren vervliegen van ons.
    How the years flee from us.
  3. Je kreten vervliegen in de wind.
    your shouts disappearing into the wind.
  4. Al die relaties die voor je ogen vervliegen.
    All those relationships dissolving before your eyes.
  5. Vink, laat je hoop niet vervliegen, maar Ik handel niet in dit soort product.
    Tick, not to dash your hopes, but I don 't deal this kind of product.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden