Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geverfd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verf
jij verft
hij verft
wij verven
jullie verven
zij verven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geverfd
jij hebt geverfd
hij heeft geverfd
wij hebben geverfd
jullie hebben geverfd
zij hebben geverfd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verfde
jij verfde
hij verfde
wij verfden
jullie verfden
zij verfden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geverfd
jij had geverfd
hij had geverfd
wij hadden geverfd
jullie hadden geverfd
zij hadden geverfd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verven
jij zult verven
hij zal verven
wij zullen verven
jullie zullen verven
zij zullen verven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geverfd hebben
jij zult geverfd hebben
hij zal geverfd hebben
wij zullen geverfd hebben
jullie zullen geverfd hebben
zij zullen geverfd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verven
jij zou verven
hij zou verven
wij zouden verven
jullie zouden verven
zij zouden verven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geverfd hebben
jij zou geverfd hebben
hij zou geverfd hebben
wij zouden geverfd hebben
jullie zouden geverfd hebben
zij zouden geverfd hebben

Gebiedende wijs
verf

Aanvoegende wijs
verve

Voorbeelden

  1. Verf
    Laquer
  2. halfmat van verf halfmatte verf
    semi-matt
  3. Wateroplosbare verf.
    Water-soluble paint.
  4. Geen verf vereist.
    No paint required.
  5. Meer verf, Leonardo.
    More paint, Leonardo.
  6. strijken met verf
    brush (to)
  7. Afbijtmiddel voor verf.
    I want paint remover.
  8. Smaakt naar verf.
    Tastes like paint.
  9. Juist, nieuwe verf.
    Right, the fresh paint.
  10. Een tubetje verf.
    It 's a little tube of paint.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden