Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vertrouwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vertrouwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vertrouw
jij vertrouwt
hij vertrouwt
wij vertrouwen
jullie vertrouwen
zij vertrouwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vertrouwd
jij hebt vertrouwd
hij heeft vertrouwd
wij hebben vertrouwd
jullie hebben vertrouwd
zij hebben vertrouwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vertrouwde
jij vertrouwde
hij vertrouwde
wij vertrouwden
jullie vertrouwden
zij vertrouwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vertrouwd
jij had vertrouwd
hij had vertrouwd
wij hadden vertrouwd
jullie hadden vertrouwd
zij hadden vertrouwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vertrouwen
jij zult vertrouwen
hij zal vertrouwen
wij zullen vertrouwen
jullie zullen vertrouwen
zij zullen vertrouwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vertrouwd hebben
jij zult vertrouwd hebben
hij zal vertrouwd hebben
wij zullen vertrouwd hebben
jullie zullen vertrouwd hebben
zij zullen vertrouwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vertrouwen
jij zou vertrouwen
hij zou vertrouwen
wij zouden vertrouwen
jullie zouden vertrouwen
zij zouden vertrouwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vertrouwd hebben
jij zou vertrouwd hebben
hij zou vertrouwd hebben
wij zouden vertrouwd hebben
jullie zouden vertrouwd hebben
zij zouden vertrouwd hebben

Gebiedende wijs
vertrouw

Aanvoegende wijs
vertrouwe

Voorbeelden

  1. Vertrouw me, ik vertrouw jou ook.
    Believe in me, and I will believe in you.
  2. Vertrouw niemand?
    Don 't trust anybody?
  3. Vertrouw niemand.
    Do not trust any of them.
  4. Vertrouw niemand.
    Trust... no one.
  5. Vertrouw niemand.
    Don 't trust anybody.
  6. Vertrouw niemand.
    You do not trust anyone.
  7. Volledig vertrouw.
    Absolutely trust.
  8. Vertrouw Pompeianus.
    Trust Pompeianus.
  9. Ik vertrouw je, dit gaat niet om vertrouwen.
    It 's not that I don 't trust you, this is not about trust.
  10. Je moet me vertrouwen, zoals ik jou vertrouw.
    You have to trust me, just like I 'm trusting you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden