Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vertroetelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vertroeteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vertroetel
jij vertroetelt
hij vertroetelt
wij vertroetelen
jullie vertroetelen
zij vertroetelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vertroeteld
jij hebt vertroeteld
hij heeft vertroeteld
wij hebben vertroeteld
jullie hebben vertroeteld
zij hebben vertroeteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vertroetelde
jij vertroetelde
hij vertroetelde
wij vertroetelden
jullie vertroetelden
zij vertroetelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vertroeteld
jij had vertroeteld
hij had vertroeteld
wij hadden vertroeteld
jullie hadden vertroeteld
zij hadden vertroeteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vertroetelen
jij zult vertroetelen
hij zal vertroetelen
wij zullen vertroetelen
jullie zullen vertroetelen
zij zullen vertroetelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vertroeteld hebben
jij zult vertroeteld hebben
hij zal vertroeteld hebben
wij zullen vertroeteld hebben
jullie zullen vertroeteld hebben
zij zullen vertroeteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vertroetelen
jij zou vertroetelen
hij zou vertroetelen
wij zouden vertroetelen
jullie zouden vertroetelen
zij zouden vertroetelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vertroeteld hebben
jij zou vertroeteld hebben
hij zou vertroeteld hebben
wij zouden vertroeteld hebben
jullie zouden vertroeteld hebben
zij zouden vertroeteld hebben

Gebiedende wijs
vertroetel

Aanvoegende wijs
vertroetele

Voorbeelden

  1. Vertroetel hem, Marcellus.
    Take care of him, Marcellus.
  2. Ik vertroetel hem te veel.
    I pet him too much.
  3. Laat Mammie je vertroetelen.
    Let Mommy comfort you.
  4. Ik ga hem niet vertroetelen.
    I won 't coddle him.
  5. U mag ze niet vertroetelen.
    I do not want them coddled.
  6. Moet ik m' n medewerkers vertroetelen...
    Is it my job to pander to all my employees' wants...
  7. Je moet haar niet vertroetelen, Claudia Joy.
    You shouldn 't coddle her, Claudia Joy.
  8. Zijn moeder wil hem vertroetelen, mooi zo.
    His mother wants to mollycoddle him, fine.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden