Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vertroebelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vertroebeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vertroebel
jij vertroebelt
hij vertroebelt
wij vertroebelen
jullie vertroebelen
zij vertroebelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vertroebeld
jij hebt vertroebeld
hij heeft vertroebeld
wij hebben vertroebeld
jullie hebben vertroebeld
zij hebben vertroebeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vertroebelde
jij vertroebelde
hij vertroebelde
wij vertroebelden
jullie vertroebelden
zij vertroebelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vertroebeld
jij had vertroebeld
hij had vertroebeld
wij hadden vertroebeld
jullie hadden vertroebeld
zij hadden vertroebeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vertroebelen
jij zult vertroebelen
hij zal vertroebelen
wij zullen vertroebelen
jullie zullen vertroebelen
zij zullen vertroebelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vertroebeld hebben
jij zult vertroebeld hebben
hij zal vertroebeld hebben
wij zullen vertroebeld hebben
jullie zullen vertroebeld hebben
zij zullen vertroebeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vertroebelen
jij zou vertroebelen
hij zou vertroebelen
wij zouden vertroebelen
jullie zouden vertroebelen
zij zouden vertroebelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vertroebeld hebben
jij zou vertroebeld hebben
hij zou vertroebeld hebben
wij zouden vertroebeld hebben
jullie zouden vertroebeld hebben
zij zouden vertroebeld hebben

Gebiedende wijs
vertroebel

Aanvoegende wijs
vertroebele

Voorbeelden

  1. Vertroebel de zaak nu niet.
    Don 't cloud the issue.
  2. Ik vertroebel jou oordeel, en jij vertroebelt de mijne.
    I 'm clouding your judgment, and you 're clouding mine.
  3. Maar waarom je merk vertroebelen?
    But why water down your brand?
  4. Je emoties vertroebelen je oordeel.
    Your emotions are clowding you 're jugement.
  5. Je gevoelens vertroebelen jouw beoordelingsvermogen.
    You 're letting your feelings cloud your judgment.
  6. Laat gevoelens je logica niet vertroebelen.
    Do not let your feelings cloud your judgment.
  7. Laat sentiment nooit je kansen vertroebelen.
    Never let sentiment cloud an opportunity.
  8. Maar ze vertroebelen mijn mening niet.
    But it has not clouded my judgement.
  9. En ik liet het mijn oordeel vertroebelen.
    And I allowed it to cloud my judgement.
  10. U laat zijn charme uw oordeel vertroebelen.
    You 're letting his charm cloud your judgment.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden