Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verstrijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verstreken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verstrijk
jij verstrijkt
hij verstrijkt
wij verstrijken
jullie verstrijken
zij verstrijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verstreken
jij hebt verstreken
hij heeft verstreken
wij hebben verstreken
jullie hebben verstreken
zij hebben verstreken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verstreek
jij verstreek
hij verstreek
wij verstreken
jullie verstreken
zij verstreken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verstreken
jij had verstreken
hij had verstreken
wij hadden verstreken
jullie hadden verstreken
zij hadden verstreken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verstrijken
jij zult verstrijken
hij zal verstrijken
wij zullen verstrijken
jullie zullen verstrijken
zij zullen verstrijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verstreken hebben
jij zult verstreken hebben
hij zal verstreken hebben
wij zullen verstreken hebben
jullie zullen verstreken hebben
zij zullen verstreken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verstrijken
jij zou verstrijken
hij zou verstrijken
wij zouden verstrijken
jullie zouden verstrijken
zij zouden verstrijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verstreken hebben
jij zou verstreken hebben
hij zou verstreken hebben
wij zouden verstreken hebben
jullie zouden verstreken hebben
zij zouden verstreken hebben

Gebiedende wijs
verstrijk

Aanvoegende wijs
verstrijke

Voorbeelden

  1. Er verstrijken 8 jaren.
    Eight years pass.
  2. Ze zien de eeuwigheid verstrijken.
    They look upon the full flow of time.
  3. Je ziet de tijd verstrijken.
    You can almost see time passing.
  4. Naarmate de jaren verstrijken, verandert dat,
    As the years go by, the numbers change.
  5. En de jaren verstrijken en ze worden oud.
    And the years roll on and they grow old.
  6. Maar naarmate de jaren verstrijken wordt dat nog lastiger.
    But even that... becomes more difficult with time.
  7. Geteisterd door het verstrijken van de jaren en hoopvolle gedachten.
    Buffeted by the passing of years and wishful thinking.
  8. Het verstrijken van al die generaties zal ons veranderd hebben.
    The simple passage of so many generations will have changed us.
  9. Maar de jaren verstrijken en ik ben er nog steeds.
    But each year comes and goes and I 'm still here.
  10. Zijn 50 seconden verstrijken en brokkelen kilometer na kilometer af.
    His 50-second lead slips away as each kilometre goes by.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden