Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verstommen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verstomd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verstom
jij verstomt
hij verstomt
wij verstommen
jullie verstommen
zij verstommen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben verstomd
jij bent verstomd
hij is verstomd
wij zijn verstomd
jullie zijn verstomd
zij zijn verstomd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verstomde
jij verstomde
hij verstomde
wij verstomden
jullie verstomden
zij verstomden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was verstomd
jij was verstomd
hij was verstomd
wij waren verstomd
jullie waren verstomd
zij waren verstomd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verstommen
jij zult verstommen
hij zal verstommen
wij zullen verstommen
jullie zullen verstommen
zij zullen verstommen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verstomd zijn
jij zult verstomd zijn
hij zal verstomd zijn
wij zullen verstomd zijn
jullie zullen verstomd zijn
zij zullen verstomd zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verstommen
jij zou verstommen
hij zou verstommen
wij zouden verstommen
jullie zouden verstommen
zij zouden verstommen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verstomd zijn
jij zou verstomd zijn
hij zou verstomd zijn
wij zouden verstomd zijn
jullie zouden verstomd zijn
zij zouden verstomd zijn

Gebiedende wijs
verstom

Aanvoegende wijs
verstomme

Voorbeelden

  1. Bij deze job kan je niet verstommen.
    You can 't be speechless on this job.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden