Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verstedelijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verstedelijkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verstedelijk
jij verstedelijkt
hij verstedelijkt
wij verstedelijken
jullie verstedelijken
zij verstedelijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verstedelijkt
jij hebt verstedelijkt
hij heeft verstedelijkt
wij hebben verstedelijkt
jullie hebben verstedelijkt
zij hebben verstedelijkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verstedelijkte
jij verstedelijkte
hij verstedelijkte
wij verstedelijkten
jullie verstedelijkten
zij verstedelijkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verstedelijkt
jij had verstedelijkt
hij had verstedelijkt
wij hadden verstedelijkt
jullie hadden verstedelijkt
zij hadden verstedelijkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verstedelijken
jij zult verstedelijken
hij zal verstedelijken
wij zullen verstedelijken
jullie zullen verstedelijken
zij zullen verstedelijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verstedelijkt hebben
jij zult verstedelijkt hebben
hij zal verstedelijkt hebben
wij zullen verstedelijkt hebben
jullie zullen verstedelijkt hebben
zij zullen verstedelijkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verstedelijken
jij zou verstedelijken
hij zou verstedelijken
wij zouden verstedelijken
jullie zouden verstedelijken
zij zouden verstedelijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verstedelijkt hebben
jij zou verstedelijkt hebben
hij zou verstedelijkt hebben
wij zouden verstedelijkt hebben
jullie zouden verstedelijkt hebben
zij zouden verstedelijkt hebben

Gebiedende wijs
verstedelijk

Aanvoegende wijs
verstedelijke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden