Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: versnipperen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
versnipperd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik versnipper
jij versnippert
hij versnippert
wij versnipperen
jullie versnipperen
zij versnipperen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb versnipperd
jij hebt versnipperd
hij heeft versnipperd
wij hebben versnipperd
jullie hebben versnipperd
zij hebben versnipperd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik versnipperde
jij versnipperde
hij versnipperde
wij versnipperden
jullie versnipperden
zij versnipperden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had versnipperd
jij had versnipperd
hij had versnipperd
wij hadden versnipperd
jullie hadden versnipperd
zij hadden versnipperd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal versnipperen
jij zult versnipperen
hij zal versnipperen
wij zullen versnipperen
jullie zullen versnipperen
zij zullen versnipperen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal versnipperd hebben
jij zult versnipperd hebben
hij zal versnipperd hebben
wij zullen versnipperd hebben
jullie zullen versnipperd hebben
zij zullen versnipperd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou versnipperen
jij zou versnipperen
hij zou versnipperen
wij zouden versnipperen
jullie zouden versnipperen
zij zouden versnipperen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou versnipperd hebben
jij zou versnipperd hebben
hij zou versnipperd hebben
wij zouden versnipperd hebben
jullie zouden versnipperd hebben
zij zouden versnipperd hebben

Gebiedende wijs
versnipper

Aanvoegende wijs
versnippere

Voorbeelden

  1. Wat versnipper je daar?
    What are you shredding?
  2. Ik versnipper de creditcard aanvragen.
    I was shredding credit card applications.
  3. Ik versnipper je als een kerstkaart.
    I am going to shred you like a Christmas card!
  4. Ze zagen het versnipperen.
    They walked in on the shredding.
  5. Hij gaat haar versnipperen.
    He 's gonna shred her.
  6. Je zou ze versnipperen.
    You were supposed to shred those.
  7. En klauwen voor het versnipperen!
    And claws for ripping and shredding!
  8. Gaat documenten versnipperen je redden?
    You think shredding a few documents is gonna save you?
  9. Ik moet een berg versnipperen.
    I got a mountain to shred.
  10. Of misschien laat ik die versnipperen.
    Or maybe I 'll shred that one and get another one.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden