Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: versmaden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
versmaad

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik versmaad
jij versmaadt
hij versmaadt
wij versmaden
jullie versmaden
zij versmaden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb versmaad
jij hebt versmaad
hij heeft versmaad
wij hebben versmaad
jullie hebben versmaad
zij hebben versmaad

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik versmaadde
jij versmaadde
hij versmaadde
wij versmaadden
jullie versmaadden
zij versmaadden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had versmaad
jij had versmaad
hij had versmaad
wij hadden versmaad
jullie hadden versmaad
zij hadden versmaad

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal versmaden
jij zult versmaden
hij zal versmaden
wij zullen versmaden
jullie zullen versmaden
zij zullen versmaden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal versmaad hebben
jij zult versmaad hebben
hij zal versmaad hebben
wij zullen versmaad hebben
jullie zullen versmaad hebben
zij zullen versmaad hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou versmaden
jij zou versmaden
hij zou versmaden
wij zouden versmaden
jullie zouden versmaden
zij zouden versmaden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou versmaad hebben
jij zou versmaad hebben
hij zou versmaad hebben
wij zouden versmaad hebben
jullie zouden versmaad hebben
zij zouden versmaad hebben

Gebiedende wijs
versmaad

Aanvoegende wijs
versmade

Voorbeelden

  1. Een mollige jonge jan-van-gent versmaden ze niet.
    They won 't turn their noses up at a plump young gannet.
  2. Ik zeg vreemden niet snel dat ik niet te versmaden ben.
    Telling strangers I 'm too good to miss

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden