Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: versloffen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
versloft

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verslof
jij versloft
hij versloft
wij versloffen
jullie versloffen
zij versloffen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb versloft
jij hebt versloft
hij heeft versloft
wij hebben versloft
jullie hebben versloft
zij hebben versloft

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verslofte
jij verslofte
hij verslofte
wij versloften
jullie versloften
zij versloften

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had versloft
jij had versloft
hij had versloft
wij hadden versloft
jullie hadden versloft
zij hadden versloft

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal versloffen
jij zult versloffen
hij zal versloffen
wij zullen versloffen
jullie zullen versloffen
zij zullen versloffen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal versloft hebben
jij zult versloft hebben
hij zal versloft hebben
wij zullen versloft hebben
jullie zullen versloft hebben
zij zullen versloft hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou versloffen
jij zou versloffen
hij zou versloffen
wij zouden versloffen
jullie zouden versloffen
zij zouden versloffen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou versloft hebben
jij zou versloft hebben
hij zou versloft hebben
wij zouden versloft hebben
jullie zouden versloft hebben
zij zouden versloft hebben

Gebiedende wijs
verslof

Aanvoegende wijs
versloffe

Voorbeelden

  1. Hij laat het niet versloffen.
    He 's not running it down.
  2. Je hebt' t hier een beetje laten versloffen!
    You 've let this place go a bit!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden