Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: versjouwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
versjouwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik versjouw
jij versjouwt
hij versjouwt
wij versjouwen
jullie versjouwen
zij versjouwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb versjouwd
jij hebt versjouwd
hij heeft versjouwd
wij hebben versjouwd
jullie hebben versjouwd
zij hebben versjouwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik versjouwde
jij versjouwde
hij versjouwde
wij versjouwden
jullie versjouwden
zij versjouwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had versjouwd
jij had versjouwd
hij had versjouwd
wij hadden versjouwd
jullie hadden versjouwd
zij hadden versjouwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal versjouwen
jij zult versjouwen
hij zal versjouwen
wij zullen versjouwen
jullie zullen versjouwen
zij zullen versjouwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal versjouwd hebben
jij zult versjouwd hebben
hij zal versjouwd hebben
wij zullen versjouwd hebben
jullie zullen versjouwd hebben
zij zullen versjouwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou versjouwen
jij zou versjouwen
hij zou versjouwen
wij zouden versjouwen
jullie zouden versjouwen
zij zouden versjouwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou versjouwd hebben
jij zou versjouwd hebben
hij zou versjouwd hebben
wij zouden versjouwd hebben
jullie zouden versjouwd hebben
zij zouden versjouwd hebben

Gebiedende wijs
versjouw

Aanvoegende wijs
versjouwe

Voorbeelden

  1. Help me met de meubels versjouwen, het is niet nodig om ze te vernielen.
    Help me move the furniture, there 's no point in destroying it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden