Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: versimpelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
versimpeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik versimpel
jij versimpelt
hij versimpelt
wij versimpelen
jullie versimpelen
zij versimpelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb versimpeld
jij hebt versimpeld
hij heeft versimpeld
wij hebben versimpeld
jullie hebben versimpeld
zij hebben versimpeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik versimpelde
jij versimpelde
hij versimpelde
wij versimpelden
jullie versimpelden
zij versimpelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had versimpeld
jij had versimpeld
hij had versimpeld
wij hadden versimpeld
jullie hadden versimpeld
zij hadden versimpeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal versimpelen
jij zult versimpelen
hij zal versimpelen
wij zullen versimpelen
jullie zullen versimpelen
zij zullen versimpelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal versimpeld hebben
jij zult versimpeld hebben
hij zal versimpeld hebben
wij zullen versimpeld hebben
jullie zullen versimpeld hebben
zij zullen versimpeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou versimpelen
jij zou versimpelen
hij zou versimpelen
wij zouden versimpelen
jullie zouden versimpelen
zij zouden versimpelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou versimpeld hebben
jij zou versimpeld hebben
hij zou versimpeld hebben
wij zouden versimpeld hebben
jullie zouden versimpeld hebben
zij zouden versimpeld hebben

Gebiedende wijs
versimpel

Aanvoegende wijs
versimpele

Voorbeelden

  1. Dus versimpel ik het.
    And so I 'm simplifying.
  2. Ik probeer mijn leven wat te versimpelen, als je me begrijpt.
    Trying to simplify my life for a while, if you know what I mean.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden