Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verruilen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verruild

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verruil
jij verruilt
hij verruilt
wij verruilen
jullie verruilen
zij verruilen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verruild
jij hebt verruild
hij heeft verruild
wij hebben verruild
jullie hebben verruild
zij hebben verruild

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verruilde
jij verruilde
hij verruilde
wij verruilden
jullie verruilden
zij verruilden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verruild
jij had verruild
hij had verruild
wij hadden verruild
jullie hadden verruild
zij hadden verruild

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verruilen
jij zult verruilen
hij zal verruilen
wij zullen verruilen
jullie zullen verruilen
zij zullen verruilen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verruild hebben
jij zult verruild hebben
hij zal verruild hebben
wij zullen verruild hebben
jullie zullen verruild hebben
zij zullen verruild hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verruilen
jij zou verruilen
hij zou verruilen
wij zouden verruilen
jullie zouden verruilen
zij zouden verruilen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verruild hebben
jij zou verruild hebben
hij zou verruild hebben
wij zouden verruild hebben
jullie zouden verruild hebben
zij zouden verruild hebben

Gebiedende wijs
verruil

Aanvoegende wijs
verruile

Voorbeelden

  1. Verruil jouw thuis niet voor een oorlog die je niet kan winnen.
    Do not trade your home for a war ye canna win.
  2. Ik verruil mijn linker bal om nog een uurtje te mogen slapen.
    I 'd trade my left nut for one more hour of sleep.
  3. Er zijn veel opties, dus verruil ik mijn uniform voor een pak.
    A lot of opportunities now, so I 'm gonna trade in my uniform for a suit.
  4. Ik wil nog iets verruilen.
    I wanna make another trade.
  5. Dat is geheim Verruilen van geheimen
    That 's confidential- - trade secrets.
  6. Of je zou je ziel kunnen verruilen.
    Or you could barter your soul.
  7. Ze verruilen ze daar, het is net geld.
    They trade them in there. It 's like money.
  8. Ik zou de revolutie elke dag verruilen voor Izzy.
    I would trade the revolution for Izzy any day.
  9. Dus mocht ik mijn golfclubs verruilen voor een van deze.
    I traded in my golf clubs for one of these.
  10. Ik wil het ene Syrië niet verruilen voor een andere.
    I don 't want to trade one Syria for another.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden