Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verordenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verordend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verorden
jij verordent
hij verordent
wij verordenen
jullie verordenen
zij verordenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verordend
jij hebt verordend
hij heeft verordend
wij hebben verordend
jullie hebben verordend
zij hebben verordend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verordende
jij verordende
hij verordende
wij verordenden
jullie verordenden
zij verordenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verordend
jij had verordend
hij had verordend
wij hadden verordend
jullie hadden verordend
zij hadden verordend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verordenen
jij zult verordenen
hij zal verordenen
wij zullen verordenen
jullie zullen verordenen
zij zullen verordenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verordend hebben
jij zult verordend hebben
hij zal verordend hebben
wij zullen verordend hebben
jullie zullen verordend hebben
zij zullen verordend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verordenen
jij zou verordenen
hij zou verordenen
wij zouden verordenen
jullie zouden verordenen
zij zouden verordenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verordend hebben
jij zou verordend hebben
hij zou verordend hebben
wij zouden verordend hebben
jullie zouden verordend hebben
zij zouden verordend hebben

Gebiedende wijs
verorden

Aanvoegende wijs
verordene

Voorbeelden

  1. Een demon verordenen, het gebieden iemand aan te vallen is als een huurmoordenaar huren.
    Compelling a demon, ordering it to attack som is like hiring a hit man.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden