Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: veroorzaken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
veroorzaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik veroorzaak
jij veroorzaakt
hij veroorzaakt
wij veroorzaken
jullie veroorzaken
zij veroorzaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb veroorzaakt
jij hebt veroorzaakt
hij heeft veroorzaakt
wij hebben veroorzaakt
jullie hebben veroorzaakt
zij hebben veroorzaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik veroorzaakte
jij veroorzaakte
hij veroorzaakte
wij veroorzaakten
jullie veroorzaakten
zij veroorzaakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had veroorzaakt
jij had veroorzaakt
hij had veroorzaakt
wij hadden veroorzaakt
jullie hadden veroorzaakt
zij hadden veroorzaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal veroorzaken
jij zult veroorzaken
hij zal veroorzaken
wij zullen veroorzaken
jullie zullen veroorzaken
zij zullen veroorzaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal veroorzaakt hebben
jij zult veroorzaakt hebben
hij zal veroorzaakt hebben
wij zullen veroorzaakt hebben
jullie zullen veroorzaakt hebben
zij zullen veroorzaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou veroorzaken
jij zou veroorzaken
hij zou veroorzaken
wij zouden veroorzaken
jullie zouden veroorzaken
zij zouden veroorzaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou veroorzaakt hebben
jij zou veroorzaakt hebben
hij zou veroorzaakt hebben
wij zouden veroorzaakt hebben
jullie zouden veroorzaakt hebben
zij zouden veroorzaakt hebben

Gebiedende wijs
veroorzaak

Aanvoegende wijs
veroorzake

Voorbeelden

  1. Veroorzaak geen problemen.
    Don 't provoke the captors.
  2. Veroorzaak je problemen, vrouw?
    You causing trouble, woman?
  3. Ik veroorzaak geen problemen.
    I don 't cause trouble.
  4. Alsjeblieft... dat veroorzaak ik.
    There... I gathered that.
  5. Veroorzaak geen onrust, alsjeblieft
    Don 't upset things, please
  6. Veroorzaak jij de onderbrekingen?
    You 're causing the cuts?
  7. Veroorzaak geen problemen hier!
    Don 't make trouble here!
  8. Alsjeblieft, veroorzaak geen problemen.
    Please, don 't make any waves.
  9. Ik veroorzaak geen letsels.
    I don 't cause injuries.
  10. Ik veroorzaak geen problemen meer.
    There won 't be any trouble.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden