Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: veroordelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
veroordeeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik veroordeel
jij veroordeelt
hij veroordeelt
wij veroordelen
jullie veroordelen
zij veroordelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb veroordeeld
jij hebt veroordeeld
hij heeft veroordeeld
wij hebben veroordeeld
jullie hebben veroordeeld
zij hebben veroordeeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik veroordeelde
jij veroordeelde
hij veroordeelde
wij veroordeelden
jullie veroordeelden
zij veroordeelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had veroordeeld
jij had veroordeeld
hij had veroordeeld
wij hadden veroordeeld
jullie hadden veroordeeld
zij hadden veroordeeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal veroordelen
jij zult veroordelen
hij zal veroordelen
wij zullen veroordelen
jullie zullen veroordelen
zij zullen veroordelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal veroordeeld hebben
jij zult veroordeeld hebben
hij zal veroordeeld hebben
wij zullen veroordeeld hebben
jullie zullen veroordeeld hebben
zij zullen veroordeeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou veroordelen
jij zou veroordelen
hij zou veroordelen
wij zouden veroordelen
jullie zouden veroordelen
zij zouden veroordelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou veroordeeld hebben
jij zou veroordeeld hebben
hij zou veroordeeld hebben
wij zouden veroordeeld hebben
jullie zouden veroordeeld hebben
zij zouden veroordeeld hebben

Gebiedende wijs
veroordeel

Aanvoegende wijs
veroordele

Voorbeelden

  1. Veroordeel je mij?
    Are you judging me?
  2. Ik veroordeel niemand.
    I 'm not judging here.
  3. Veroordeel ze niet.
    Don 't insult them.
  4. Ik veroordeel niemand.
    I don 't pass judgment on anyone.
  5. Ik veroordeel hem?
    I 'm condemning him?
  6. Ik veroordeel niet.
    i 'm not judging.
  7. Ik veroordeel je niet.
    I am not judging you.
  8. Veroordeel jezelf niet zo.
    Stop judging yourself.
  9. Donna, veroordeel me niet.
    Donna, don 't judge me.
  10. Ik veroordeel je niet.
    There 's no judgments here.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden