Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vernoemen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vernoemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vernoem
jij vernoemt
hij vernoemt
wij vernoemen
jullie vernoemen
zij vernoemen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vernoemd
jij hebt vernoemd
hij heeft vernoemd
wij hebben vernoemd
jullie hebben vernoemd
zij hebben vernoemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vernoemde
jij vernoemde
hij vernoemde
wij vernoemden
jullie vernoemden
zij vernoemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vernoemd
jij had vernoemd
hij had vernoemd
wij hadden vernoemd
jullie hadden vernoemd
zij hadden vernoemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vernoemen
jij zult vernoemen
hij zal vernoemen
wij zullen vernoemen
jullie zullen vernoemen
zij zullen vernoemen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vernoemd hebben
jij zult vernoemd hebben
hij zal vernoemd hebben
wij zullen vernoemd hebben
jullie zullen vernoemd hebben
zij zullen vernoemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vernoemen
jij zou vernoemen
hij zou vernoemen
wij zouden vernoemen
jullie zouden vernoemen
zij zouden vernoemen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vernoemd hebben
jij zou vernoemd hebben
hij zou vernoemd hebben
wij zouden vernoemd hebben
jullie zouden vernoemd hebben
zij zouden vernoemd hebben

Gebiedende wijs
vernoem

Aanvoegende wijs
vernoeme

Voorbeelden

  1. Vernoem gewoon mijn naam.
    Just mention my name.
  2. Vernoem hem naar mij.
    Name him after me.
  3. Wil je dat ik Murat vernoem?
    Do you want me to mention murat?
  4. Vernoem het adres van hier niet!
    Don 't mention the address here!
  5. Ik vernoem ze allemaal naar mijn vrouw.
    I name them all after my wife.
  6. Wat als ik een ster naar haar vernoem.
    What if I name a star after her?
  7. Ik vernoem de Martha altijd, maar niemand noemt me zo.
    I always say the Martha, but no one calls me that.
  8. Als ze 21.000 mijlen onder zee gaat, vernoem ik wel een school.
    If she goes 21,000 leagues under the sea, I 'll name a damn school after her.
  9. Het beste hotel in het Westen. En ik vernoem het naar jou.
    We 'll be the greatest hosts in the West, and we 'll name it after you.
  10. Zelfs als ik had, ik zou twee keer nadenken voordat ik het vernoem.
    Even if I had, I 'd think twice before mentioning it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden