Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vermurwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vermurwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vermurw
jij vermurwt
hij vermurwt
wij vermurwen
jullie vermurwen
zij vermurwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vermurwd
jij hebt vermurwd
hij heeft vermurwd
wij hebben vermurwd
jullie hebben vermurwd
zij hebben vermurwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vermurwde
jij vermurwde
hij vermurwde
wij vermurwden
jullie vermurwden
zij vermurwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vermurwd
jij had vermurwd
hij had vermurwd
wij hadden vermurwd
jullie hadden vermurwd
zij hadden vermurwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vermurwen
jij zult vermurwen
hij zal vermurwen
wij zullen vermurwen
jullie zullen vermurwen
zij zullen vermurwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vermurwd hebben
jij zult vermurwd hebben
hij zal vermurwd hebben
wij zullen vermurwd hebben
jullie zullen vermurwd hebben
zij zullen vermurwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vermurwen
jij zou vermurwen
hij zou vermurwen
wij zouden vermurwen
jullie zouden vermurwen
zij zouden vermurwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vermurwd hebben
jij zou vermurwd hebben
hij zou vermurwd hebben
wij zouden vermurwd hebben
jullie zouden vermurwd hebben
zij zouden vermurwd hebben

Gebiedende wijs
vermurw

Aanvoegende wijs
vermurwe

Voorbeelden

  1. Ik denk dat de grote som geld die ze krijgen... hun geweten zal vermurwen.
    I think the vast sum of money involved will mollify their scruples.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden