Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vermorzelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vermorzeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vermorzel
jij vermorzelt
hij vermorzelt
wij vermorzelen
jullie vermorzelen
zij vermorzelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vermorzeld
jij hebt vermorzeld
hij heeft vermorzeld
wij hebben vermorzeld
jullie hebben vermorzeld
zij hebben vermorzeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vermorzelde
jij vermorzelde
hij vermorzelde
wij vermorzelden
jullie vermorzelden
zij vermorzelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vermorzeld
jij had vermorzeld
hij had vermorzeld
wij hadden vermorzeld
jullie hadden vermorzeld
zij hadden vermorzeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vermorzelen
jij zult vermorzelen
hij zal vermorzelen
wij zullen vermorzelen
jullie zullen vermorzelen
zij zullen vermorzelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vermorzeld hebben
jij zult vermorzeld hebben
hij zal vermorzeld hebben
wij zullen vermorzeld hebben
jullie zullen vermorzeld hebben
zij zullen vermorzeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vermorzelen
jij zou vermorzelen
hij zou vermorzelen
wij zouden vermorzelen
jullie zouden vermorzelen
zij zouden vermorzelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vermorzeld hebben
jij zou vermorzeld hebben
hij zou vermorzeld hebben
wij zouden vermorzeld hebben
jullie zouden vermorzeld hebben
zij zouden vermorzeld hebben

Gebiedende wijs
vermorzel

Aanvoegende wijs
vermorzele

Voorbeelden

  1. Vermorzel de watjes.
    Pulverize the powder puffs!
  2. Vermorzel de juwelen niet!
    Don 't bruise the jewels!
  3. Vermorzel die siroop-zuigers!
    Spitball those syrup-suckers!
  4. Ik vermorzel m' n tegenstanders.
    I will shred my adversaries.
  5. Ja, martel en vermorzel haar.
    Yeah, torture and pulverize her.
  6. Vermorzel hem met jullie pneumatische kaken.
    Crush him in your pneumatic jaws.
  7. Vermorzel hem gedurende de drie minuten.
    Pulverise him for the full three minutes.
  8. Breng haar terug of ik vermorzel het.
    You bring June back or I 'll crush this!
  9. Ik vermorzel iedereen die hun kant kiest!
    I 'll crush any man who stands with them!
  10. Ik vermorzel je schedel als' n eitje.
    I 'll crack your skull like an egg.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden