Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vermenigvuldigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vermenigvuldigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vermenigvuldig
jij vermenigvuldigt
hij vermenigvuldigt
wij vermenigvuldigen
jullie vermenigvuldigen
zij vermenigvuldigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vermenigvuldigd
jij hebt vermenigvuldigd
hij heeft vermenigvuldigd
wij hebben vermenigvuldigd
jullie hebben vermenigvuldigd
zij hebben vermenigvuldigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vermenigvuldigde
jij vermenigvuldigde
hij vermenigvuldigde
wij vermenigvuldigden
jullie vermenigvuldigden
zij vermenigvuldigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vermenigvuldigd
jij had vermenigvuldigd
hij had vermenigvuldigd
wij hadden vermenigvuldigd
jullie hadden vermenigvuldigd
zij hadden vermenigvuldigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vermenigvuldigen
jij zult vermenigvuldigen
hij zal vermenigvuldigen
wij zullen vermenigvuldigen
jullie zullen vermenigvuldigen
zij zullen vermenigvuldigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vermenigvuldigd hebben
jij zult vermenigvuldigd hebben
hij zal vermenigvuldigd hebben
wij zullen vermenigvuldigd hebben
jullie zullen vermenigvuldigd hebben
zij zullen vermenigvuldigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vermenigvuldigen
jij zou vermenigvuldigen
hij zou vermenigvuldigen
wij zouden vermenigvuldigen
jullie zouden vermenigvuldigen
zij zouden vermenigvuldigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vermenigvuldigd hebben
jij zou vermenigvuldigd hebben
hij zou vermenigvuldigd hebben
wij zouden vermenigvuldigd hebben
jullie zouden vermenigvuldigd hebben
zij zouden vermenigvuldigd hebben

Gebiedende wijs
vermenigvuldig

Aanvoegende wijs
vermenigvuldige

Voorbeelden

  1. Vermenigvuldig het met 0,62.
    Multiply it by 0.62.
  2. Vermenigvuldig dat met duizend.
    Try that times about a thousand.
  3. En vermenigvuldig dat dan maal 10.
    And then multiply it by 10.
  4. Vermenigvuldig dat met je hele lichaam.
    Multiply that times your whole body.
  5. Neem m' n rantsoen en vermenigvuldig het.
    Take my meagre rations and multiply them.
  6. Je telt 15 seconden en dat vermenigvuldig je met... vier.
    You count 15 seconds and then you multiply that by... Four.
  7. Vermenigvuldig 50 met 10.000, een half miljoen, zoveel kost jouw leven.
    Multiply 50 by 10,000, half a million, much cost your life.
  8. Denk aan een herhaling van de' Dust Bowl' en vermenigvuldig dat met 20.
    So think of a repeat of the dust bowl situation and multiply it by about 20.
  9. Vermenigvuldig dat met onze vluchters... 18 nieuwe zaken waar we ons kunnen op verheugen.
    Multiply that times our escapees... That 's 18 new cases we can look forward to.
  10. Vermenigvuldig dat met enkele duizend en je zal wel goed zitten met het geld.
    Multiply that by a couple thousand and you 'd be right on the money.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden