Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vermalen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vermalen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vermaal
jij vermaalt
hij vermaalt
wij vermalen
jullie vermalen
zij vermalen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vermalen
jij hebt vermalen
hij heeft vermalen
wij hebben vermalen
jullie hebben vermalen
zij hebben vermalen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vermaalde
jij vermaalde
hij vermaalde
wij vermaalden
jullie vermaalden
zij vermaalden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vermalen
jij had vermalen
hij had vermalen
wij hadden vermalen
jullie hadden vermalen
zij hadden vermalen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vermalen
jij zult vermalen
hij zal vermalen
wij zullen vermalen
jullie zullen vermalen
zij zullen vermalen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vermalen hebben
jij zult vermalen hebben
hij zal vermalen hebben
wij zullen vermalen hebben
jullie zullen vermalen hebben
zij zullen vermalen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vermalen
jij zou vermalen
hij zou vermalen
wij zouden vermalen
jullie zouden vermalen
zij zouden vermalen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vermalen hebben
jij zou vermalen hebben
hij zou vermalen hebben
wij zouden vermalen hebben
jullie zouden vermalen hebben
zij zouden vermalen hebben

Gebiedende wijs
vermaal

Aanvoegende wijs
vermale

Voorbeelden

  1. Ik vermaal hun botten en maak mijn pasta Fazool.
    I 'll grind up their bones to make my pasta fazool!
  2. En kerels zoals jij vermaal ik om er mijn brood mee te bakken.
    And I grind guys like you down to make my bread.
  3. Dood Voor Vermalen.
    Dead Before Shred.
  4. Er werd iemand vermalen.
    Someone has been mutilated here.
  5. Of tot schroot vermalen worden.
    Or getting blasted to scrag.
  6. Ze worden vermalen tot stof.
    They 're crushed to dust.
  7. Het heeft hem effectief vermalen.
    It ground him up quite effectively.
  8. Met die eendensnavel vermalen ze hun voedsel.
    They 've got these duck bills for grinding vegetation.
  9. We zullen hem aan stukken hakken, en vermalen.
    We will chop him. We will grind him.
  10. Ze vermalen dat spul en noemen het vlees.
    They grind that stuff up and call it meat.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden