Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verlopen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verlopen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verloop
jij verloopt
hij verloopt
wij verlopen
jullie verlopen
zij verlopen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verlopen
jij hebt verlopen
hij heeft verlopen
wij hebben verlopen
jullie hebben verlopen
zij hebben verlopen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verliep
jij verliep
hij verliep
wij verliepen
jullie verliepen
zij verliepen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verlopen
jij had verlopen
hij had verlopen
wij hadden verlopen
jullie hadden verlopen
zij hadden verlopen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verlopen
jij zult verlopen
hij zal verlopen
wij zullen verlopen
jullie zullen verlopen
zij zullen verlopen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verlopen hebben
jij zult verlopen hebben
hij zal verlopen hebben
wij zullen verlopen hebben
jullie zullen verlopen hebben
zij zullen verlopen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verlopen
jij zou verlopen
hij zou verlopen
wij zouden verlopen
jullie zouden verlopen
zij zouden verlopen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verlopen hebben
jij zou verlopen hebben
hij zou verlopen hebben
wij zouden verlopen hebben
jullie zouden verlopen hebben
zij zouden verlopen hebben

Gebiedende wijs
verloop

Aanvoegende wijs
verlope

Voorbeelden

  1. verloop
    variation
  2. Verloop graft
    progress of graft
  3. Ik zorg voor verloop.
    I enforce turnover.
  4. Na verloop van tijd...
    You will be in time.
  5. Bezorgd over het verloop.
    Afraid of progress.
  6. Dat heet natuurlijk verloop.
    It 's the natural order of things.
  7. De ziekte heeft haar eigen verloop.
    I told you before this disease chooses its own pace.
  8. Maar dat is het normale verloop.
    But that 's the normal course.
  9. Dat is het natuurlijke verloop, toch?
    That 's the natural order of things, isn 't it?
  10. Kan het geen natuurlijk verloop hebben?
    It can 't have a natural time span?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden