Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verloederen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verloederd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verloeder
jij verloedert
hij verloedert
wij verloederen
jullie verloederen
zij verloederen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verloederd
jij hebt verloederd
hij heeft verloederd
wij hebben verloederd
jullie hebben verloederd
zij hebben verloederd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verloederde
jij verloederde
hij verloederde
wij verloederden
jullie verloederden
zij verloederden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verloederd
jij had verloederd
hij had verloederd
wij hadden verloederd
jullie hadden verloederd
zij hadden verloederd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verloederen
jij zult verloederen
hij zal verloederen
wij zullen verloederen
jullie zullen verloederen
zij zullen verloederen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verloederd hebben
jij zult verloederd hebben
hij zal verloederd hebben
wij zullen verloederd hebben
jullie zullen verloederd hebben
zij zullen verloederd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verloederen
jij zou verloederen
hij zou verloederen
wij zouden verloederen
jullie zouden verloederen
zij zouden verloederen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verloederd hebben
jij zou verloederd hebben
hij zou verloederd hebben
wij zouden verloederd hebben
jullie zouden verloederd hebben
zij zouden verloederd hebben

Gebiedende wijs
verloeder

Aanvoegende wijs
verloedere

Voorbeelden

  1. Uw steden verloederen, de zielen van uw jongeren worden u ontnomen.
    Your cities are decaying, the souls of your young people are stolen from you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden