Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verleggen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verlegd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verleg
jij verlegt
hij verlegt
wij verleggen
jullie verleggen
zij verleggen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verlegd
jij hebt verlegd
hij heeft verlegd
wij hebben verlegd
jullie hebben verlegd
zij hebben verlegd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verlegde
jij verlegde
hij verlegde
wij verlegden
jullie verlegden
zij verlegden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verlegd
jij had verlegd
hij had verlegd
wij hadden verlegd
jullie hadden verlegd
zij hadden verlegd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verleggen
jij zult verleggen
hij zal verleggen
wij zullen verleggen
jullie zullen verleggen
zij zullen verleggen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verlegd hebben
jij zult verlegd hebben
hij zal verlegd hebben
wij zullen verlegd hebben
jullie zullen verlegd hebben
zij zullen verlegd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verleggen
jij zou verleggen
hij zou verleggen
wij zouden verleggen
jullie zouden verleggen
zij zouden verleggen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verlegd hebben
jij zou verlegd hebben
hij zou verlegd hebben
wij zouden verlegd hebben
jullie zouden verlegd hebben
zij zouden verlegd hebben

Gebiedende wijs
verleg

Aanvoegende wijs
verlegge

Voorbeelden

  1. Verleg koers naar stuurboord.
    Alter course to starboard.
  2. Daarmee verleg je de ruimtegrens niet.
    That is not advancing space frontiers.
  3. Verleg je concentratie naar' t puntje van je neus.
    Now shift your focus to the tip of your nose.
  4. Help me hem verleggen.
    Help me move him.
  5. Je moet je grenzen verleggen.
    You need to push your boundaries!
  6. Deze missie zou grenzen verleggen.
    And this mission would go somewhere new.
  7. Geldprijzen voor het verleggen van grenzen.
    Cash awards for hitting milestones.
  8. het geweer enigszins van schouder verleggen
    shifted its sights a little
  9. Je wilt de grenzen verleggen, toch?
    You want to be cutting-edge, right?
  10. De coureurs verleggen steeds hun grenzen.
    These drivers push their limits Always on the edge of danger,

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden