Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verkrotten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verkrot

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verkrot
jij verkrot
hij verkrot
wij verkrotten
jullie verkrotten
zij verkrotten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verkrot
jij hebt verkrot
hij heeft verkrot
wij hebben verkrot
jullie hebben verkrot
zij hebben verkrot

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verkrotte
jij verkrotte
hij verkrotte
wij verkrotten
jullie verkrotten
zij verkrotten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verkrot
jij had verkrot
hij had verkrot
wij hadden verkrot
jullie hadden verkrot
zij hadden verkrot

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verkrotten
jij zult verkrotten
hij zal verkrotten
wij zullen verkrotten
jullie zullen verkrotten
zij zullen verkrotten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verkrot hebben
jij zult verkrot hebben
hij zal verkrot hebben
wij zullen verkrot hebben
jullie zullen verkrot hebben
zij zullen verkrot hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verkrotten
jij zou verkrotten
hij zou verkrotten
wij zouden verkrotten
jullie zouden verkrotten
zij zouden verkrotten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verkrot hebben
jij zou verkrot hebben
hij zou verkrot hebben
wij zouden verkrot hebben
jullie zouden verkrot hebben
zij zouden verkrot hebben

Gebiedende wijs
verkrot

Aanvoegende wijs
verkrotte

Voorbeelden

  1. De gemeente laat de boel verkrotten.
    The council wants it to become run-down.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden