Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verkreukelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verkreukeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verkreukel
jij verkreukelt
hij verkreukelt
wij verkreukelen
jullie verkreukelen
zij verkreukelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verkreukeld
jij hebt verkreukeld
hij heeft verkreukeld
wij hebben verkreukeld
jullie hebben verkreukeld
zij hebben verkreukeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verkreukelde
jij verkreukelde
hij verkreukelde
wij verkreukelden
jullie verkreukelden
zij verkreukelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verkreukeld
jij had verkreukeld
hij had verkreukeld
wij hadden verkreukeld
jullie hadden verkreukeld
zij hadden verkreukeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verkreukelen
jij zult verkreukelen
hij zal verkreukelen
wij zullen verkreukelen
jullie zullen verkreukelen
zij zullen verkreukelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verkreukeld hebben
jij zult verkreukeld hebben
hij zal verkreukeld hebben
wij zullen verkreukeld hebben
jullie zullen verkreukeld hebben
zij zullen verkreukeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verkreukelen
jij zou verkreukelen
hij zou verkreukelen
wij zouden verkreukelen
jullie zouden verkreukelen
zij zouden verkreukelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verkreukeld hebben
jij zou verkreukeld hebben
hij zou verkreukeld hebben
wij zouden verkreukeld hebben
jullie zouden verkreukeld hebben
zij zouden verkreukeld hebben

Gebiedende wijs
verkreukel

Aanvoegende wijs
verkreukele

Voorbeelden

  1. Sam, je gaat hem verkreukelen.
    Sam, you 're gonna wreck it.
  2. Ik wil de hoekjes niet terug verkreukelen.
    Don 't want to wreck the hospital corners.
  3. Engelsen laten nooit door een klein ongemak als de apocalyps hun pakken verkreukelen.
    Englishmen never let a little thing like the apocalypse rumple our suits.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden