Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verkassen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verkast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verkas
jij verkast
hij verkast
wij verkassen
jullie verkassen
zij verkassen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verkast
jij hebt verkast
hij heeft verkast
wij hebben verkast
jullie hebben verkast
zij hebben verkast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verkaste
jij verkaste
hij verkaste
wij verkasten
jullie verkasten
zij verkasten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verkast
jij had verkast
hij had verkast
wij hadden verkast
jullie hadden verkast
zij hadden verkast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verkassen
jij zult verkassen
hij zal verkassen
wij zullen verkassen
jullie zullen verkassen
zij zullen verkassen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verkast hebben
jij zult verkast hebben
hij zal verkast hebben
wij zullen verkast hebben
jullie zullen verkast hebben
zij zullen verkast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verkassen
jij zou verkassen
hij zou verkassen
wij zouden verkassen
jullie zouden verkassen
zij zouden verkassen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verkast hebben
jij zou verkast hebben
hij zou verkast hebben
wij zouden verkast hebben
jullie zouden verkast hebben
zij zouden verkast hebben

Gebiedende wijs
verkas

Aanvoegende wijs
verkasse

Voorbeelden

  1. Laten we iedereen verkassen.
    Let 's start moving everyone.
  2. Die stomme Knap Verkassen.
    Stupid Movers and Shakers.
  3. Kom. Tijd om te verkassen.
    Come on, it 's moving time.
  4. Het bedrijf heet Knap Verkassen.
    The company 's called Movers and Shakers.
  5. Ik moet een hoop stuf verkassen.
    I have a lot of stuff to move.
  6. Wat denk je? Zullen wij verkassen?
    What do you say to a change of location?
  7. Ik ben te oud om te verkassen.
    I 'm too old to start all over.
  8. Kom, Hoyt. Tijd om naar Psych te verkassen.
    Come on, Hoyt, time to move you up to Psych.
  9. Waarom denk je dat ze iedere avond verkassen?
    Why do you think they change the location every night?
  10. Cobb klaagde hierover, ik besloot dat hij moest verkassen.
    Cobb complained to me, I decided to have him transferred.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden