Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verijdelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verijdeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verijdel
jij verijdelt
hij verijdelt
wij verijdelen
jullie verijdelen
zij verijdelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verijdeld
jij hebt verijdeld
hij heeft verijdeld
wij hebben verijdeld
jullie hebben verijdeld
zij hebben verijdeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verijdelde
jij verijdelde
hij verijdelde
wij verijdelden
jullie verijdelden
zij verijdelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verijdeld
jij had verijdeld
hij had verijdeld
wij hadden verijdeld
jullie hadden verijdeld
zij hadden verijdeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verijdelen
jij zult verijdelen
hij zal verijdelen
wij zullen verijdelen
jullie zullen verijdelen
zij zullen verijdelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verijdeld hebben
jij zult verijdeld hebben
hij zal verijdeld hebben
wij zullen verijdeld hebben
jullie zullen verijdeld hebben
zij zullen verijdeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verijdelen
jij zou verijdelen
hij zou verijdelen
wij zouden verijdelen
jullie zouden verijdelen
zij zouden verijdelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verijdeld hebben
jij zou verijdeld hebben
hij zou verijdeld hebben
wij zouden verijdeld hebben
jullie zouden verijdeld hebben
zij zouden verijdeld hebben

Gebiedende wijs
verijdel

Aanvoegende wijs
verijdele

Voorbeelden

  1. We verijdelen de invasie.
    We will prevent the invasion.
  2. Ik moet een moordaanslag verijdelen.
    I 've got to stop an assassination plot.
  3. Ik wil dit plan verijdelen.
    It 's my plan to terminate this programme.
  4. U moet Operatie Grijze Wolf verijdelen.
    You have to stop Operation Grey Wolf.
  5. We moesten jou verijdelen ons te zoeken.
    We needed to prevent you from looking for us.
  6. Weet je, misschien kunnen we onze ontdekking verijdelen.
    You know, maybe... Maybe we can avoid detection.
  7. We zullen er zijn om zijn plan te verijdelen.
    We 'll be right there to pull his plug.
  8. Je hielp deugt te bevorderen en ondeugd te verijdelen.
    You helped promote virtue and prevent vice.
  9. Blijkbaar werd hij neergeschoten bij het verijdelen van een bankoverval.
    Apparently he was shot while foiling a bank robbery.
  10. We hebben het gebruikt om honderden terreur aanslagen te verijdelen.
    We 've used it to thwart hundreds of terrorist attacks.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden