Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vergroten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vergroot

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vergroot
jij vergroot
hij vergroot
wij vergroten
jullie vergroten
zij vergroten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vergroot
jij hebt vergroot
hij heeft vergroot
wij hebben vergroot
jullie hebben vergroot
zij hebben vergroot

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vergrootte
jij vergrootte
hij vergrootte
wij vergrootten
jullie vergrootten
zij vergrootten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vergroot
jij had vergroot
hij had vergroot
wij hadden vergroot
jullie hadden vergroot
zij hadden vergroot

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vergroten
jij zult vergroten
hij zal vergroten
wij zullen vergroten
jullie zullen vergroten
zij zullen vergroten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vergroot hebben
jij zult vergroot hebben
hij zal vergroot hebben
wij zullen vergroot hebben
jullie zullen vergroot hebben
zij zullen vergroot hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vergroten
jij zou vergroten
hij zou vergroten
wij zouden vergroten
jullie zouden vergroten
zij zouden vergroten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vergroot hebben
jij zou vergroot hebben
hij zou vergroot hebben
wij zouden vergroot hebben
jullie zouden vergroot hebben
zij zouden vergroot hebben

Gebiedende wijs
vergroot

Aanvoegende wijs
vergrote

Voorbeelden

  1. Vergroot 800 keer.
    Enlarge 800 times.
  2. Vergroot hem uit.
    Isolate and magnify.
  3. Vergroot primair doelwit.
    Enlarge primary target.
  4. Focus en vergroot.
    Focus and magnify.
  5. Vergroot de incisie.
    Extend the incision.
  6. Vergroot 250 keer.
    Enlarge 250 times.
  7. Vergroot het gebied.
    Increase the radius.
  8. Dat vergroot de kans.
    It 'll narrow it down.
  9. Casablancas zijn voorsprong vergroot.
    Casablancas has extended his lead.
  10. Vergroot dat gezicht uit.
    Can you enlarge that face?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden