Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vergroeien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vergroeid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vergroei
jij vergroeit
hij vergroeit
wij vergroeien
jullie vergroeien
zij vergroeien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben vergroeid
jij bent vergroeid
hij is vergroeid
wij zijn vergroeid
jullie zijn vergroeid
zij zijn vergroeid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vergroeide
jij vergroeide
hij vergroeide
wij vergroeiden
jullie vergroeiden
zij vergroeiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was vergroeid
jij was vergroeid
hij was vergroeid
wij waren vergroeid
jullie waren vergroeid
zij waren vergroeid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vergroeien
jij zult vergroeien
hij zal vergroeien
wij zullen vergroeien
jullie zullen vergroeien
zij zullen vergroeien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vergroeid zijn
jij zult vergroeid zijn
hij zal vergroeid zijn
wij zullen vergroeid zijn
jullie zullen vergroeid zijn
zij zullen vergroeid zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vergroeien
jij zou vergroeien
hij zou vergroeien
wij zouden vergroeien
jullie zouden vergroeien
zij zouden vergroeien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vergroeid zijn
jij zou vergroeid zijn
hij zou vergroeid zijn
wij zouden vergroeid zijn
jullie zouden vergroeid zijn
zij zouden vergroeid zijn

Gebiedende wijs
vergroei

Aanvoegende wijs
vergroeie

Voorbeelden

  1. Door de tijd heen vergroeien ze met het bot.
    They eventually fuse with the bone over time.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden