Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verglazen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verglaasd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verglaas
jij verglaast
hij verglaast
wij verglazen
jullie verglazen
zij verglazen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verglaasd
jij hebt verglaasd
hij heeft verglaasd
wij hebben verglaasd
jullie hebben verglaasd
zij hebben verglaasd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verglaasde
jij verglaasde
hij verglaasde
wij verglaasden
jullie verglaasden
zij verglaasden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verglaasd
jij had verglaasd
hij had verglaasd
wij hadden verglaasd
jullie hadden verglaasd
zij hadden verglaasd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verglazen
jij zult verglazen
hij zal verglazen
wij zullen verglazen
jullie zullen verglazen
zij zullen verglazen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verglaasd hebben
jij zult verglaasd hebben
hij zal verglaasd hebben
wij zullen verglaasd hebben
jullie zullen verglaasd hebben
zij zullen verglaasd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verglazen
jij zou verglazen
hij zou verglazen
wij zouden verglazen
jullie zouden verglazen
zij zouden verglazen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verglaasd hebben
jij zou verglaasd hebben
hij zou verglaasd hebben
wij zouden verglaasd hebben
jullie zouden verglaasd hebben
zij zouden verglaasd hebben

Gebiedende wijs
verglaas

Aanvoegende wijs
verglaze

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden