Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vergasten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vergast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vergast
jij vergast
hij vergast
wij vergasten
jullie vergasten
zij vergasten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vergast
jij hebt vergast
hij heeft vergast
wij hebben vergast
jullie hebben vergast
zij hebben vergast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vergastte
jij vergastte
hij vergastte
wij vergastten
jullie vergastten
zij vergastten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vergast
jij had vergast
hij had vergast
wij hadden vergast
jullie hadden vergast
zij hadden vergast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vergasten
jij zult vergasten
hij zal vergasten
wij zullen vergasten
jullie zullen vergasten
zij zullen vergasten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vergast hebben
jij zult vergast hebben
hij zal vergast hebben
wij zullen vergast hebben
jullie zullen vergast hebben
zij zullen vergast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vergasten
jij zou vergasten
hij zou vergasten
wij zouden vergasten
jullie zouden vergasten
zij zouden vergasten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vergast hebben
jij zou vergast hebben
hij zou vergast hebben
wij zouden vergast hebben
jullie zouden vergast hebben
zij zouden vergast hebben

Gebiedende wijs
vergast

Aanvoegende wijs
vergaste

Voorbeelden

  1. Vergast, iedereen.
    Gassed, every one.
  2. Heeft Rok je vergast?
    You were gassed by Rok?
  3. Vergast zijn eigen volk?
    Gasses his own people?
  4. Tippy is vergast, Tony.
    Tippy was gassed, Tony.
  5. Toen heeft Walter hem vergast.
    And then Walter gassed him.
  6. Vrouwen en kinderen... worden vergast.
    Women and children... are gassed.
  7. Beschoten, neergeschoten, vergast en verhongerd.
    Shelled, shot, gassed and starved.
  8. Jij hebt mijn lab vergast, Melissa.
    You gassed my lab for starling, Melissa.
  9. en ik ben twee keer vergast.
    And I was gassed twice.
  10. Wij hebben dat gebouw niet vergast.
    We didn 't gas that building.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden