Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verfraaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verfraaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verfraai
jij verfraait
hij verfraait
wij verfraaien
jullie verfraaien
zij verfraaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verfraaid
jij hebt verfraaid
hij heeft verfraaid
wij hebben verfraaid
jullie hebben verfraaid
zij hebben verfraaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verfraaide
jij verfraaide
hij verfraaide
wij verfraaiden
jullie verfraaiden
zij verfraaiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verfraaid
jij had verfraaid
hij had verfraaid
wij hadden verfraaid
jullie hadden verfraaid
zij hadden verfraaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verfraaien
jij zult verfraaien
hij zal verfraaien
wij zullen verfraaien
jullie zullen verfraaien
zij zullen verfraaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verfraaid hebben
jij zult verfraaid hebben
hij zal verfraaid hebben
wij zullen verfraaid hebben
jullie zullen verfraaid hebben
zij zullen verfraaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verfraaien
jij zou verfraaien
hij zou verfraaien
wij zouden verfraaien
jullie zouden verfraaien
zij zouden verfraaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verfraaid hebben
jij zou verfraaid hebben
hij zou verfraaid hebben
wij zouden verfraaid hebben
jullie zouden verfraaid hebben
zij zouden verfraaid hebben

Gebiedende wijs
verfraai

Aanvoegende wijs
verfraaie

Voorbeelden

  1. Verfraai het verhaal.
    Embellish the story.
  2. Of verfraai je het?
    Or is it embellished?
  3. Verfraai het een beetje.
    And goose it up a bit.
  4. Verfraai het als je dat nodig vindt.
    Embellish it as you find necessary.
  5. Ze verfraaien de tent.
    They gussy the place up.
  6. Het verfraaien van de babykamer.
    Decorating the baby 's room.
  7. Een paar citaten zouden mijn verhaal verfraaien.
    A couple of quotes would spruce up my story.
  8. Maak je niet druk, we verfraaien het voor je.
    Don 't worry, we 'll beautify it for you.
  9. Ze heeft wel de neiging om alles te verfraaien.
    She does have a tendency to embellish.
  10. Een onroerend goed aan het verfraaien voor een open huis.
    Sprucing up a property before an open house.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden