NL: verfomfaaien U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
verfomfaaid
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik verfomfaai jij verfomfaait hij verfomfaait wij verfomfaaien jullie verfomfaaien zij verfomfaaien
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb verfomfaaid jij hebt verfomfaaid hij heeft verfomfaaid wij hebben verfomfaaid jullie hebben verfomfaaid zij hebben verfomfaaid
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik verfomfaaide jij verfomfaaide hij verfomfaaide wij verfomfaaiden jullie verfomfaaiden zij verfomfaaiden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had verfomfaaid jij had verfomfaaid hij had verfomfaaid wij hadden verfomfaaid jullie hadden verfomfaaid zij hadden verfomfaaid
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal verfomfaaien jij zult verfomfaaien hij zal verfomfaaien wij zullen verfomfaaien jullie zullen verfomfaaien zij zullen verfomfaaien
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal verfomfaaid hebben jij zult verfomfaaid hebben hij zal verfomfaaid hebben wij zullen verfomfaaid hebben jullie zullen verfomfaaid hebben zij zullen verfomfaaid hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou verfomfaaien jij zou verfomfaaien hij zou verfomfaaien wij zouden verfomfaaien jullie zouden verfomfaaien zij zouden verfomfaaien
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou verfomfaaid hebben jij zou verfomfaaid hebben hij zou verfomfaaid hebben wij zouden verfomfaaid hebben jullie zouden verfomfaaid hebben zij zouden verfomfaaid hebben
|
| Gebiedende wijs |
verfomfaai
|
| Aanvoegende wijs |
| verfomfaaie |