Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vereenzelvigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vereenzelvigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vereenzelvig
jij vereenzelvigt
hij vereenzelvigt
wij vereenzelvigen
jullie vereenzelvigen
zij vereenzelvigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vereenzelvigd
jij hebt vereenzelvigd
hij heeft vereenzelvigd
wij hebben vereenzelvigd
jullie hebben vereenzelvigd
zij hebben vereenzelvigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vereenzelvigde
jij vereenzelvigde
hij vereenzelvigde
wij vereenzelvigden
jullie vereenzelvigden
zij vereenzelvigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vereenzelvigd
jij had vereenzelvigd
hij had vereenzelvigd
wij hadden vereenzelvigd
jullie hadden vereenzelvigd
zij hadden vereenzelvigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vereenzelvigen
jij zult vereenzelvigen
hij zal vereenzelvigen
wij zullen vereenzelvigen
jullie zullen vereenzelvigen
zij zullen vereenzelvigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vereenzelvigd hebben
jij zult vereenzelvigd hebben
hij zal vereenzelvigd hebben
wij zullen vereenzelvigd hebben
jullie zullen vereenzelvigd hebben
zij zullen vereenzelvigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vereenzelvigen
jij zou vereenzelvigen
hij zou vereenzelvigen
wij zouden vereenzelvigen
jullie zouden vereenzelvigen
zij zouden vereenzelvigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vereenzelvigd hebben
jij zou vereenzelvigd hebben
hij zou vereenzelvigd hebben
wij zouden vereenzelvigd hebben
jullie zouden vereenzelvigd hebben
zij zouden vereenzelvigd hebben

Gebiedende wijs
vereenzelvig

Aanvoegende wijs
vereenzelvige

Voorbeelden

  1. Vereenzelvig je ermee.
    Become one with it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden