NL: verdwijnen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
verdwenen
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik verdwijn jij verdwijnt hij verdwijnt wij verdwijnen jullie verdwijnen zij verdwijnen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik ben verdwenen jij bent verdwenen hij is verdwenen wij zijn verdwenen jullie zijn verdwenen zij zijn verdwenen
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik verdween jij verdween hij verdween wij verdwenen jullie verdwenen zij verdwenen
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik was verdwenen jij was verdwenen hij was verdwenen wij waren verdwenen jullie waren verdwenen zij waren verdwenen
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal verdwijnen jij zult verdwijnen hij zal verdwijnen wij zullen verdwijnen jullie zullen verdwijnen zij zullen verdwijnen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal verdwenen zijn jij zult verdwenen zijn hij zal verdwenen zijn wij zullen verdwenen zijn jullie zullen verdwenen zijn zij zullen verdwenen zijn
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou verdwijnen jij zou verdwijnen hij zou verdwijnen wij zouden verdwijnen jullie zouden verdwijnen zij zouden verdwijnen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou verdwenen zijn jij zou verdwenen zijn hij zou verdwenen zijn wij zouden verdwenen zijn jullie zouden verdwenen zijn zij zouden verdwenen zijn
|
Gebiedende wijs |
verdwijn
|
Aanvoegende wijs |
verdwijne |