NL: verduurzamen
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
verduurzaamd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik verduurzaam
jij verduurzaamt
hij verduurzaamt
wij verduurzamen
jullie verduurzamen
zij verduurzamen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik ben verduurzaamd
jij bent verduurzaamd
hij is verduurzaamd
wij zijn verduurzaamd
jullie zijn verduurzaamd
zij zijn verduurzaamd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik verduurzaamde
jij verduurzaamde
hij verduurzaamde
wij verduurzaamden
jullie verduurzaamden
zij verduurzaamden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik was verduurzaamd
jij was verduurzaamd
hij was verduurzaamd
wij waren verduurzaamd
jullie waren verduurzaamd
zij waren verduurzaamd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal verduurzamen
jij zult verduurzamen
hij zal verduurzamen
wij zullen verduurzamen
jullie zullen verduurzamen
zij zullen verduurzamen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal verduurzaamd zijn
jij zult verduurzaamd zijn
hij zal verduurzaamd zijn
wij zullen verduurzaamd zijn
jullie zullen verduurzaamd zijn
zij zullen verduurzaamd zijn
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou verduurzamen
jij zou verduurzamen
hij zou verduurzamen
wij zouden verduurzamen
jullie zouden verduurzamen
zij zouden verduurzamen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou verduurzaamd zijn
jij zou verduurzaamd zijn
hij zou verduurzaamd zijn
wij zouden verduurzaamd zijn
jullie zouden verduurzaamd zijn
zij zouden verduurzaamd zijn
|
| Gebiedende wijs |
verduurzaam
|
| Aanvoegende wijs |
| verduurzame |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden