Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verdokteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verdokterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verdokter
jij verdoktert
hij verdoktert
wij verdokteren
jullie verdokteren
zij verdokteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verdokterd
jij hebt verdokterd
hij heeft verdokterd
wij hebben verdokterd
jullie hebben verdokterd
zij hebben verdokterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verdokterde
jij verdokterde
hij verdokterde
wij verdokterden
jullie verdokterden
zij verdokterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verdokterd
jij had verdokterd
hij had verdokterd
wij hadden verdokterd
jullie hadden verdokterd
zij hadden verdokterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verdokteren
jij zult verdokteren
hij zal verdokteren
wij zullen verdokteren
jullie zullen verdokteren
zij zullen verdokteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verdokterd hebben
jij zult verdokterd hebben
hij zal verdokterd hebben
wij zullen verdokterd hebben
jullie zullen verdokterd hebben
zij zullen verdokterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verdokteren
jij zou verdokteren
hij zou verdokteren
wij zouden verdokteren
jullie zouden verdokteren
zij zouden verdokteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verdokterd hebben
jij zou verdokterd hebben
hij zou verdokterd hebben
wij zouden verdokterd hebben
jullie zouden verdokterd hebben
zij zouden verdokterd hebben

Gebiedende wijs
verdokter

Aanvoegende wijs
verdoktere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden