Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verbreiden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verbreid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verbreid
jij verbreidt
hij verbreidt
wij verbreiden
jullie verbreiden
zij verbreiden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verbreid
jij hebt verbreid
hij heeft verbreid
wij hebben verbreid
jullie hebben verbreid
zij hebben verbreid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verbreidde
jij verbreidde
hij verbreidde
wij verbreidden
jullie verbreidden
zij verbreidden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verbreid
jij had verbreid
hij had verbreid
wij hadden verbreid
jullie hadden verbreid
zij hadden verbreid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verbreiden
jij zult verbreiden
hij zal verbreiden
wij zullen verbreiden
jullie zullen verbreiden
zij zullen verbreiden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verbreid hebben
jij zult verbreid hebben
hij zal verbreid hebben
wij zullen verbreid hebben
jullie zullen verbreid hebben
zij zullen verbreid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verbreiden
jij zou verbreiden
hij zou verbreiden
wij zouden verbreiden
jullie zouden verbreiden
zij zouden verbreiden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verbreid hebben
jij zou verbreid hebben
hij zou verbreid hebben
wij zouden verbreid hebben
jullie zouden verbreid hebben
zij zouden verbreid hebben

Gebiedende wijs
verbreid

Aanvoegende wijs
verbreide

Voorbeelden

  1. Het ging niet om een algemeen verbreid fenomeen.
    I mean that it was not a large and widespread phenomenon.
  2. Dit zal zich verbreiden.
    This will accelerate.
  3. Ik ben op aarde om vrede en liefde te verbreiden.
    I was put on this earth to spread a message of peace and love.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden