Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verbloemen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verbloemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verbloem
jij verbloemt
hij verbloemt
wij verbloemen
jullie verbloemen
zij verbloemen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verbloemd
jij hebt verbloemd
hij heeft verbloemd
wij hebben verbloemd
jullie hebben verbloemd
zij hebben verbloemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verbloemde
jij verbloemde
hij verbloemde
wij verbloemden
jullie verbloemden
zij verbloemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verbloemd
jij had verbloemd
hij had verbloemd
wij hadden verbloemd
jullie hadden verbloemd
zij hadden verbloemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verbloemen
jij zult verbloemen
hij zal verbloemen
wij zullen verbloemen
jullie zullen verbloemen
zij zullen verbloemen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verbloemd hebben
jij zult verbloemd hebben
hij zal verbloemd hebben
wij zullen verbloemd hebben
jullie zullen verbloemd hebben
zij zullen verbloemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verbloemen
jij zou verbloemen
hij zou verbloemen
wij zouden verbloemen
jullie zouden verbloemen
zij zouden verbloemen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verbloemd hebben
jij zou verbloemd hebben
hij zou verbloemd hebben
wij zouden verbloemd hebben
jullie zouden verbloemd hebben
zij zouden verbloemd hebben

Gebiedende wijs
verbloem

Aanvoegende wijs
verbloeme

Voorbeelden

  1. Mannen verbloemen hun emoties.
    Men hide their emotions.
  2. Probeer het niet te verbloemen.
    Don 't try to candy coat it.
  3. Ik ga het niet verbloemen.
    I 'm not going to sugarcoat it.
  4. Het voelt alsof wij een misdaad verbloemen.
    Feels like we 're covering up a crime.
  5. Niet dat ik dit ga verbloemen voor jou.
    Not gonna sugarcoat this for you.
  6. Julie beschuldigde mij van de waarheid te verbloemen.
    Julie accused me of embellishing the truth.
  7. Maar u slaagt er niet in uw eenzaamheid te verbloemen.
    Yet even you cannot mask such impenetrable Ioneliness.
  8. Sorry, maar ik ben niet zo goed in iets verbloemen.
    I 'm sorry, I 'm not very good at sugarcoating things.
  9. Indirect, als de kaarten tot doel hadden de moorden te verbloemen.
    Indirectly, as the cards' purpose was to conceal the murders.
  10. Hoe erg moet afval stinken om de geur van een lijk te verbloemen?
    How bad does garbage gotta stink to cover the smell of a dead body?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden