Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verbijten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verbeten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verbijt
jij verbijt
hij verbijt
wij verbijten
jullie verbijten
zij verbijten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verbeten
jij hebt verbeten
hij heeft verbeten
wij hebben verbeten
jullie hebben verbeten
zij hebben verbeten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verbeet
jij verbeet
hij verbeet
wij verbeten
jullie verbeten
zij verbeten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verbeten
jij had verbeten
hij had verbeten
wij hadden verbeten
jullie hadden verbeten
zij hadden verbeten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verbijten
jij zult verbijten
hij zal verbijten
wij zullen verbijten
jullie zullen verbijten
zij zullen verbijten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verbeten hebben
jij zult verbeten hebben
hij zal verbeten hebben
wij zullen verbeten hebben
jullie zullen verbeten hebben
zij zullen verbeten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verbijten
jij zou verbijten
hij zou verbijten
wij zouden verbijten
jullie zouden verbijten
zij zouden verbijten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verbeten hebben
jij zou verbeten hebben
hij zou verbeten hebben
wij zouden verbeten hebben
jullie zouden verbeten hebben
zij zouden verbeten hebben

Gebiedende wijs
verbijt

Aanvoegende wijs
verbijte

Voorbeelden

  1. Korporaal, verbijt het.
    Corporal, you tough it out.
  2. Hoe hij de pijn verbijt.
    How he 's hiding the pain all the time.
  3. Ik verbijt de pijn wel en doe het voor je.
    I 'll work through the pain and do it for you.
  4. Stop met jezelf te verbijten.
    Quit beating yourself up.
  5. Dus, weet je, je zal het moeten verbijten.
    So, you know, just suck it up.
  6. Misschien moet je de pijn verbijten en haar het recept vragen.
    You might have to bite the bullet and ask her for her recipe.
  7. Ik moest me verbijten om jouw naam niet uit te gillen.
    I bit my lip to keep from screaming your name.
  8. Als ik me dan moet verbijten van de pijn, doe ik dat.
    If I have to eat the pain, then I will.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden