Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: verbergen
NL: verbergen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verborgen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verberg
jij verbergt
hij verbergt
wij verbergen
jullie verbergen
zij verbergen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verborgen
jij hebt verborgen
hij heeft verborgen
wij hebben verborgen
jullie hebben verborgen
zij hebben verborgen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verborg
jij verborg
hij verborg
wij verborgen
jullie verborgen
zij verborgen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verborgen
jij had verborgen
hij had verborgen
wij hadden verborgen
jullie hadden verborgen
zij hadden verborgen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verbergen
jij zult verbergen
hij zal verbergen
wij zullen verbergen
jullie zullen verbergen
zij zullen verbergen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verborgen hebben
jij zult verborgen hebben
hij zal verborgen hebben
wij zullen verborgen hebben
jullie zullen verborgen hebben
zij zullen verborgen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verbergen
jij zou verbergen
hij zou verbergen
wij zouden verbergen
jullie zouden verbergen
zij zouden verbergen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verborgen hebben
jij zou verborgen hebben
hij zou verborgen hebben
wij zouden verborgen hebben
jullie zouden verborgen hebben
zij zouden verborgen hebben

Gebiedende wijs
verberg

Aanvoegende wijs
verberge

Voorbeelden

  1. Verberg je, George!
    Hide, George! Hide!
  2. Verberg zijn Bluetooth.
    Hide his Bluetooth.
  3. Ik verberg niets.
    I am concealing nothing.
  4. Verberg dat stadion
    Cover up that dome.
  5. Verberg jullie krachten!
    Hide your strength!
  6. Verberg je dochters.
    Hide your daughters.
  7. Ik verberg niets.
    I 'm not hiding...
  8. Verberg de meloen.
    Better cover the melon.
  9. Verberg jij iets?
    Are you hiding something?
  10. Ik verberg niets!
    I 'm not hiding anything!


DE: verbergen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
verborgen
verbergend

Indikativ Präsens
ich verberge
du verbirgst
er verbirgt
wir verbergen
ihr verbergt
sie; Sie verbergen

Indikativ Perfekt
ich habe verborgen
du hast verborgen
er hat verborgen
wir haben verborgen
ihr habt verborgen
sie; Sie haben verborgen

Indikativ Präteritum
ich verbarg
du verbargest
er verbarg
wir verbargen
ihr verbarget
sie; Sie verbargen

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte verborgen
du hattest verborgen
er hatte verborgen
wir hatten verborgen
ihr hattet verborgen
sie; Sie hatten verborgen

Indikativ Futur I
ich werde verbergen
du wirst verbergen
er wird verbergen
wir werden verbergen
ihr werdet verbergen
sie; Sie werden verbergen

Indikativ Futur II
ich werde verborgen haben
du wirst verborgen haben
er wird verborgen haben
wir werden verborgen haben
ihr werdet verborgen haben
sie; Sie werden verborgen haben

Konjunktiv I Präsens
ich verberge
du verbergest
er verberge
wir verbergen
ihr verberget
sie; Sie verbergen

Konjunktiv I Perfekt
ich habe verborgen
du habest verborgen
er habe verborgen
wir haben verborgen
ihr habet verborgen
sie; Sie haben verborgen

Konjunktiv II Präsens
ich verbärge
du verbärgest
er verbärge
wir verbärgen
ihr verbärget
sie; Sie verbärgen

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte verborgen
du hättest verborgen
er hätte verborgen
wir hätten verborgen
ihr hättet verborgen
sie; Sie hätten verborgen

Konjunktiv II Futur I
ich würde verbergen
du würdest verbergen
er würde verbergen
wir würden verbergen
ihr würdet verbergen
sie; Sie würden verbergen

Konjunktiv II Futur II
ich würde verborgen haben
du würdest verborgen haben
er würde verborgen haben
wir würden verborgen haben
ihr würdet verborgen haben
sie; Sie würden verborgen haben

der Imperativ
du verbirg


Voorbeelden

  1. nichts zu verbergen
    Je verbergt iets.
  2. Was verbergen Sie?
    Wat houdt u achter?
  3. Nichts zu verbergen.
    Ze verbergen niets.
  4. Dich nicht verbergen.
    Je kunt niet weg.
  5. Sie verbergen etwas.
    Ze verbergen iets.
  6. Wir verbergen nichts.
    We hebben geen geheimen.
  7. Was verbergen Sie?
    Wat heb je te verbergen?
  8. Sie verbergen etwas.
    Je verbergt iets.
  9. Den Horror verbergen? Nein.
    De verschrikkingen verbergen?
  10. Wir alle verbergen etwas.
    We verbergen allemaal wel iets.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden