NL: verbergen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
verborgen
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik verberg jij verbergt hij verbergt wij verbergen jullie verbergen zij verbergen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb verborgen jij hebt verborgen hij heeft verborgen wij hebben verborgen jullie hebben verborgen zij hebben verborgen
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik verborg jij verborg hij verborg wij verborgen jullie verborgen zij verborgen
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had verborgen jij had verborgen hij had verborgen wij hadden verborgen jullie hadden verborgen zij hadden verborgen
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal verbergen jij zult verbergen hij zal verbergen wij zullen verbergen jullie zullen verbergen zij zullen verbergen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal verborgen hebben jij zult verborgen hebben hij zal verborgen hebben wij zullen verborgen hebben jullie zullen verborgen hebben zij zullen verborgen hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou verbergen jij zou verbergen hij zou verbergen wij zouden verbergen jullie zouden verbergen zij zouden verbergen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou verborgen hebben jij zou verborgen hebben hij zou verborgen hebben wij zouden verborgen hebben jullie zouden verborgen hebben zij zouden verborgen hebben
|
Gebiedende wijs |
verberg
|
Aanvoegende wijs |
verberge |