Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verafgoden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verafgood

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verafgood
jij verafgoodt
hij verafgoodt
wij verafgoden
jullie verafgoden
zij verafgoden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verafgood
jij hebt verafgood
hij heeft verafgood
wij hebben verafgood
jullie hebben verafgood
zij hebben verafgood

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verafgoodde
jij verafgoodde
hij verafgoodde
wij verafgoodden
jullie verafgoodden
zij verafgoodden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verafgood
jij had verafgood
hij had verafgood
wij hadden verafgood
jullie hadden verafgood
zij hadden verafgood

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verafgoden
jij zult verafgoden
hij zal verafgoden
wij zullen verafgoden
jullie zullen verafgoden
zij zullen verafgoden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verafgood hebben
jij zult verafgood hebben
hij zal verafgood hebben
wij zullen verafgood hebben
jullie zullen verafgood hebben
zij zullen verafgood hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verafgoden
jij zou verafgoden
hij zou verafgoden
wij zouden verafgoden
jullie zouden verafgoden
zij zouden verafgoden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verafgood hebben
jij zou verafgood hebben
hij zou verafgood hebben
wij zouden verafgood hebben
jullie zouden verafgood hebben
zij zouden verafgood hebben

Gebiedende wijs
verafgood

Aanvoegende wijs
verafgode

Voorbeelden

  1. Hij verafgood zijn vader.
    He idolised his father.
  2. Onze dochter verafgood de raps.
    Our daughter is worshipping the RAPs.
  3. Oh, ja, nou, jij verafgood jezelf.
    Oh, yeah, well, you 're a self-wiping Mexican.
  4. Mijn hele leven, heb ik Lincoln verafgood.
    My whole life, I 've idolized Lincoln.
  5. Shine, word wakker... misschien verafgood je me weer.
    Shine, wake up... You may idolize me again.
  6. We verafgoden geld.
    We worship money.
  7. Dit noemen ze verafgoden?
    This is what passes for idolatry?
  8. De bewoners van Collinsport verafgoden me.
    The people of Collinsport are my worshippers now.
  9. Ze mochten ons niet verafgoden, of wel?
    We couldn 't have them deify us, could we?
  10. Zij verafgoden daar idolen en buigen voor kunstmatige goden.
    They worship idols and they bow down before false gods.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden