Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vegeteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevegeteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vegeteer
jij vegeteert
hij vegeteert
wij vegeteren
jullie vegeteren
zij vegeteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevegeteerd
jij hebt gevegeteerd
hij heeft gevegeteerd
wij hebben gevegeteerd
jullie hebben gevegeteerd
zij hebben gevegeteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vegeteerde
jij vegeteerde
hij vegeteerde
wij vegeteerden
jullie vegeteerden
zij vegeteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevegeteerd
jij had gevegeteerd
hij had gevegeteerd
wij hadden gevegeteerd
jullie hadden gevegeteerd
zij hadden gevegeteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vegeteren
jij zult vegeteren
hij zal vegeteren
wij zullen vegeteren
jullie zullen vegeteren
zij zullen vegeteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevegeteerd hebben
jij zult gevegeteerd hebben
hij zal gevegeteerd hebben
wij zullen gevegeteerd hebben
jullie zullen gevegeteerd hebben
zij zullen gevegeteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vegeteren
jij zou vegeteren
hij zou vegeteren
wij zouden vegeteren
jullie zouden vegeteren
zij zouden vegeteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevegeteerd hebben
jij zou gevegeteerd hebben
hij zou gevegeteerd hebben
wij zouden gevegeteerd hebben
jullie zouden gevegeteerd hebben
zij zouden gevegeteerd hebben

Gebiedende wijs
vegeteer

Aanvoegende wijs
vegetere

Voorbeelden

  1. Daphnée heeft haar ogen geopend, maar ze kan haar hele leven blijven vegeteren.
    Daphnee opened her eyes, and she might be a vegetable forever.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden