Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vastmeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vastgemeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik meer vast
jij meert vast
hij meert vast
wij meren vast
jullie meren vast
zij meren vast

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vastmeer
dat jij vastmeert
dat hij vastmeert
dat wij vastmeren
dat jullie vastmeren
dat zij vastmeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vastgemeerd
jij hebt vastgemeerd
hij heeft vastgemeerd
wij hebben vastgemeerd
jullie hebben vastgemeerd
zij hebben vastgemeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik meerde vast
jij meerde vast
hij meerde vast
wij meerden vast
jullie meerden vast
zij meerden vast

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vastmeerde
dat jij vastmeerde
dat hij vastmeerde
dat wij vastmeerden
dat jullie vastmeerden
dat zij vastmeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vastgemeerd
jij had vastgemeerd
hij had vastgemeerd
wij hadden vastgemeerd
jullie hadden vastgemeerd
zij hadden vastgemeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vastmeren
jij zult vastmeren
hij zal vastmeren
wij zullen vastmeren
jullie zullen vastmeren
zij zullen vastmeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vastgemeerd hebben
jij zult vastgemeerd hebben
hij zal vastgemeerd hebben
wij zullen vastgemeerd hebben
jullie zullen vastgemeerd hebben
zij zullen vastgemeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vastmeren
jij zou vastmeren
hij zou vastmeren
wij zouden vastmeren
jullie zouden vastmeren
zij zouden vastmeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vastgemeerd hebben
jij zou vastgemeerd hebben
hij zou vastgemeerd hebben
wij zouden vastgemeerd hebben
jullie zouden vastgemeerd hebben
zij zouden vastgemeerd hebben

Gebiedende wijs
meer vast

Aanvoegende wijs
vastmere

Voorbeelden

  1. Het zit tenminste niet meer vast.
    At least it 's not stuck anymore.
  2. Pa, de Ursa zit niet meer vast.
    Dad, the Ursa is not contained.
  3. Wie wordt er hier meer vast gehouden?
    Who else is to be held here?
  4. Er zit meer vast aan dit verhaal.
    There 's something more to his story.
  5. James zit niet meer vast aan de romp.
    James is no longer attached to the hull.
  6. Ineens zat ik niet meer vast tussen twee jongens.
    Suddenly I wasn 't caught between two guys at all.
  7. ik wil nog wat meer vast gehouden worden... door jou.
    I want to be held a little more... By you.
  8. We zitten zelf min of meer vast, is het niet?
    It 's just... I guess we 're both kinda stuck, aren 't we?
  9. Als je de trekker overhaalt, hou je haar nooit meer vast.
    If you pull that trigger, you 'll never hold her again.
  10. Ik denk niet dat ik klaar ben voor nog meer vast eten.
    I don 't think I 'm quite ready for solid foods just yet.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden