Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vastklemmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vastgeklemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik klem vast
jij klemt vast
hij klemt vast
wij klemmen vast
jullie klemmen vast
zij klemmen vast

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vastklem
dat jij vastklemt
dat hij vastklemt
dat wij vastklemmen
dat jullie vastklemmen
dat zij vastklemmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vastgeklemd
jij hebt vastgeklemd
hij heeft vastgeklemd
wij hebben vastgeklemd
jullie hebben vastgeklemd
zij hebben vastgeklemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik klemde vast
jij klemde vast
hij klemde vast
wij klemden vast
jullie klemden vast
zij klemden vast

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vastklemde
dat jij vastklemde
dat hij vastklemde
dat wij vastklemden
dat jullie vastklemden
dat zij vastklemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vastgeklemd
jij had vastgeklemd
hij had vastgeklemd
wij hadden vastgeklemd
jullie hadden vastgeklemd
zij hadden vastgeklemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vastklemmen
jij zult vastklemmen
hij zal vastklemmen
wij zullen vastklemmen
jullie zullen vastklemmen
zij zullen vastklemmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vastgeklemd hebben
jij zult vastgeklemd hebben
hij zal vastgeklemd hebben
wij zullen vastgeklemd hebben
jullie zullen vastgeklemd hebben
zij zullen vastgeklemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vastklemmen
jij zou vastklemmen
hij zou vastklemmen
wij zouden vastklemmen
jullie zouden vastklemmen
zij zouden vastklemmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vastgeklemd hebben
jij zou vastgeklemd hebben
hij zou vastgeklemd hebben
wij zouden vastgeklemd hebben
jullie zouden vastgeklemd hebben
zij zouden vastgeklemd hebben

Gebiedende wijs
klem vast

Aanvoegende wijs
vastklemme

Voorbeelden

  1. Wil je het gat vastklemmen?
    You wanna clamp the bleeder?
  2. De doos goed vastklemmen, met de kin omhoog.
    Hold the box, chin slightly lifted.
  3. De weinige schepsels die in de stortvloed leven moeten zich vastklemmen om te overleven.
    The few creatures that live in the torrent have to hang on for dear life.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden