Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vaccineren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevaccineerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vaccineer
jij vaccineert
hij vaccineert
wij vaccineren
jullie vaccineren
zij vaccineren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevaccineerd
jij hebt gevaccineerd
hij heeft gevaccineerd
wij hebben gevaccineerd
jullie hebben gevaccineerd
zij hebben gevaccineerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vaccineerde
jij vaccineerde
hij vaccineerde
wij vaccineerden
jullie vaccineerden
zij vaccineerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevaccineerd
jij had gevaccineerd
hij had gevaccineerd
wij hadden gevaccineerd
jullie hadden gevaccineerd
zij hadden gevaccineerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vaccineren
jij zult vaccineren
hij zal vaccineren
wij zullen vaccineren
jullie zullen vaccineren
zij zullen vaccineren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevaccineerd hebben
jij zult gevaccineerd hebben
hij zal gevaccineerd hebben
wij zullen gevaccineerd hebben
jullie zullen gevaccineerd hebben
zij zullen gevaccineerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vaccineren
jij zou vaccineren
hij zou vaccineren
wij zouden vaccineren
jullie zouden vaccineren
zij zouden vaccineren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevaccineerd hebben
jij zou gevaccineerd hebben
hij zou gevaccineerd hebben
wij zouden gevaccineerd hebben
jullie zouden gevaccineerd hebben
zij zouden gevaccineerd hebben

Gebiedende wijs
vaccineer

Aanvoegende wijs
vaccinere

Voorbeelden

  1. Indien nodig vaccineren
    Using vaccination where appropriate
  2. Ze zijn begonnen met vaccineren.
    They 've started vaccine protocol.
  3. De school gaat ons weer laten vaccineren.
    The school is going to make us all get shots again.
  4. Stan, ik denk dat we Hayley en Bailey moeten laten vaccineren.
    Stan, I think we should get Hayley and Bailey vaccinated.
  5. Dat komt allemaal doordat ouders stopten met het vaccineren van hun kinderen.
    It 's all because everyone stopped vaccinating their kids.
  6. Abel, vaccineren is ter preventie van polio, zodat het niet meer voorkomt.
    Abel, vaccination is to prevent polio, to stop it from happening.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden