Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: utiliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geütiliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik utiliseer
jij utiliseert
hij utiliseert
wij utiliseren
jullie utiliseren
zij utiliseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geütiliseerd
jij hebt geütiliseerd
hij heeft geütiliseerd
wij hebben geütiliseerd
jullie hebben geütiliseerd
zij hebben geütiliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik utiliseerde
jij utiliseerde
hij utiliseerde
wij utiliseerden
jullie utiliseerden
zij utiliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geütiliseerd
jij had geütiliseerd
hij had geütiliseerd
wij hadden geütiliseerd
jullie hadden geütiliseerd
zij hadden geütiliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal utiliseren
jij zult utiliseren
hij zal utiliseren
wij zullen utiliseren
jullie zullen utiliseren
zij zullen utiliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geütiliseerd hebben
jij zult geütiliseerd hebben
hij zal geütiliseerd hebben
wij zullen geütiliseerd hebben
jullie zullen geütiliseerd hebben
zij zullen geütiliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou utiliseren
jij zou utiliseren
hij zou utiliseren
wij zouden utiliseren
jullie zouden utiliseren
zij zouden utiliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geütiliseerd hebben
jij zou geütiliseerd hebben
hij zou geütiliseerd hebben
wij zouden geütiliseerd hebben
jullie zouden geütiliseerd hebben
zij zouden geütiliseerd hebben

Gebiedende wijs
utiliseer

Aanvoegende wijs
utilisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden