NL: upskirten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geüpskirt
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik upskirt jij upskirt hij upskirt wij upskirten jullie upskirten zij upskirten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geüpskirt jij hebt geüpskirt hij heeft geüpskirt wij hebben geüpskirt jullie hebben geüpskirt zij hebben geüpskirt
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik upskirtte jij upskirtte hij upskirtte wij upskirtten jullie upskirtten zij upskirtten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geüpskirt jij had geüpskirt hij had geüpskirt wij hadden geüpskirt jullie hadden geüpskirt zij hadden geüpskirt
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal upskirten jij zult upskirten hij zal upskirten wij zullen upskirten jullie zullen upskirten zij zullen upskirten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geüpskirt hebben jij zult geüpskirt hebben hij zal geüpskirt hebben wij zullen geüpskirt hebben jullie zullen geüpskirt hebben zij zullen geüpskirt hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou upskirten jij zou upskirten hij zou upskirten wij zouden upskirten jullie zouden upskirten zij zouden upskirten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geüpskirt hebben jij zou geüpskirt hebben hij zou geüpskirt hebben wij zouden geüpskirt hebben jullie zouden geüpskirt hebben zij zouden geüpskirt hebben
|
Gebiedende wijs |
upskirt
|
Aanvoegende wijs |
upskirte |